Description |
In de negentiende eeuw stond de Kerk eerder afwijzend tegenover alles wat met lichaamscultuur te maken had. Onder maatschappelijke druk kwam qgeleidelijk aan een meer positieve houding tot stand ten opzicht van lichamelijke opvoeding en sport. In 1892 werd de Belgische Katholieke Turnbond gesticht als overkoepelend orgaan van vele lokale turnkringen. Het schoolvak lichamelijke opvoeding werd jarenlang gekenmerkt door een strijd tussen het Duitse turnen en de Zweedse gymnastiek. Het duurde tot 1993 vooraleer twee lesuren lichamelijke opvoeding veralgemeend werden ingevoerd in het katholiek onderwijs. De moderne sport, die in de tweede helft van de negentiende eeuw uit Engeland kwam overwaaien, stuitte aanvankelijk op verzet in Vlaamse katholieke middens. De collegeleerlinge raakten echter volledig in de ban de voetbalsport en reeds vanaf 1908 werd de Kardinaalsbeker betwist tussen de katholieke scholen. Ook de jeugdbewegingen gingen selectief lichamelijke opvoeding en sport in hun werking opnemen.
Verder wordt in deze bundel de betekenis geschetst van enkele merkwaardige figuren: Pater van Clé, wiens sportapostolaat uitmondde in Sporta; de missionaris Raphaël de la Kethulle, de sportpionier in Belgisch Kongo en sportjournalist Karel van Wynendaele, die "het Vlaamse sportvolk leerde lezen". Deze evocatie van een boeiend maatschappelijk proces wordt afgesloten door een interview met prof. em. Pierre-Paul De Nayer, die veertig jaar lang als spilfiguur fungeerde van de katholieke lichamelijke opvoeding en sport.
23 x 16 cms, softback, 294 pages.
1994
|